Samenvatting richtlijn lipoedeem
Dr. R.J Damstra, drs. L. Habbema, A. Hendrickx, drs. M.C. Urgert, drs. A.B. Halk.
Deze richtlijn lipoedeem dateert uit 2014.
Inleiding – klinisch beeld
Lipoedeem is een chronische, niet curabele, veelal progressieve aandoening met soms aanzienlijke morbiditeit. In eerste instantie krijgen patiënten een disproportionele vettoename aan de benen, billen en/of armen. Diëten en lichaamsbeweging hebben slechts een zeer beperkte invloed op deze disproportionele vetverdeling. De benen kunnen gevoelig zijn en vertonen gemakkelijk blauwe plekken na relatief kleine traumata. Dit kan verergeren tot hevige pijn en verminderde mobiliteit, uiteindelijk leidend tot een beperking in activiteiten en verminderd participeren in de maatschappij.
Bij patiënten met lipoedeem kunnen tevens verschijnselen van obesitas worden geconstateerd. Dieetmaatregelen hebben vooral invloed op de obesitas component, maar veel minder op de disproportionele vetverdeling van het lipoedeem. Aangezien lipoedeem ook zonder obesitas component tot een verhoogde BMI leidt, wordt bij veel patiënten ten onrechte een relatie gelegd met een overmatige calorie-intake en obesitas. Naast fysieke klachten kan lipoedeem ook leiden tot psychosociale klachten. Deze worden veelal veroorzaakt doordat de aandoening niet wordt (h)erkend door de geconsulteerde professionals en doordat de adviezen van gewichtsvermindering en lichaamsbeweging niet tot een verbetering van de klachten leiden.
Als lipoedeem langer bestaat ontstaat er vaak ongemerkt een beeld van overgewicht en spierzwakte, waarbij soms een component van oedeem ontstaan. Hierbij is geen sprake van klassiek lymfoedeem met toegenomen interstitiële eiwitvorming of de klassieke fibrose maar vooral een oedeem welke ontstaat bij overbelasting/disuse. Dit oedeem is vergelijkbaar met andere vormen van een zogenaamde dynamische lymfinsufficiëntie (een overbelasting beeld).Om bovengenoemde redenen is het dan ook van belang dat lipoedeem vroegtijdig wordt herkend zodat verdere achteruitgang wordt voorkomen en de bijkomende klachten zo snel mogelijk worden onderkenden vroegtijdige een gerichte geïntegreerde behandeling wordt gestart.
Lipoedeem is nog geen omschreven entiteit en kent anno 2014 geen ICD-10 code.
Omdat lipoedeem een chronische aandoening is, is in de richtlijn sterk het accent gelegd op de moderne benadering van chronische aandoeningen middels het chronic care model en wordt het menselijk functioneren centraal gesteld door gebruik te maken van de ICF methodiek waarmee gericht beperkingen kunnen worden behandeld. Een voorwaarde daarbij is dat er eenduidige klinimetrie (meetinstrumenten) worden toegepast. Binnen het chronic care model staat het begrip zelfmanagement en actieve participatie van de patiënt bij de eigen behandeling centraal.
Diagnostiek
Het stellen van een diagnose lipoedeem is uitdagend waarbij naast een klinisch beeld subjectieve klachten een belangrijke rol spelen. Daarom is het belangrijk om bij een patiënt met (verdenking op) lipoedeem klachten uitvoerig in kaart te brengen met gebruikmaking van objectief meetbare parameters. Aangezien lipoedeem ook zonder obesitas component tot een verhoogde BMI leidt, is het belangrijk ook andere parameters voor overwicht te gebruiken zoals de buikomvang en de taille-heup-ratio.
Methode 1: Tailleomtrek
Meet met een meetlint je de taille tussen de onderste rib en de bovenkant van het heupbeen nemen. Hierbij mag je de meetlint niet te strak aantrekken.
Mensen met vetophoping rond de buik lopen meer risico op hartziekten dan iemand met vet rond de heupen.
Voor de differentiaal diagnostiek is het goed andere aandoeningen uit te sluiten zoals aandoeningen van hormonale assen (schildklier), anaemie, diabetes en dergelijke (zie originele richtlijn).
Lipoedeem kan beschouwd worden als een continuüm dat loopt van fysiologische vetverdeling, via lipohypertrofie, discongruente vetverdeling, ‘echt lipoedeem’ naar een obesitas. Gezien bijbehorende klachten verdient het aanbeveling om naast het stellen/vermoedenvan de klinischediagnose op basis van anamnese en lichamelijk onderzoek (tabel1). een gezondheidsprofiel op te stellen met bijpassende klinimetrie (tabel 2). Op deze wijze wordt het algemeen functioneren eenduidig vast gelegd en vormt een belangrijk onderdeel binnen het opstellen van een therapeutisch en follow-up regime.
Een minimum dataset in de diagnostische fase omvat (herhaalde) omvang/volumemeting van de betrokken extremiteiten, BMI, buikomvang en vaststelling van het dagelijks activiteitenniveau waarbij gebruik gemaakt kan worden van de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Afhankelijk van de anamnese (de klachten van de patiënt) zal de klinimetrie meer uitgebreid zijn met bijvoorbeeld moeheidsmeting (MVI), spierkrachtonderzoek of conditie meting (zie tabel 2).
Tabel 1: klinische criteria voor het stellen van de diagnose lipoedeem
Tabel 2. Overzicht van klinimetrische instrumenten het opstellen van een gezondheidsprofiel bij patiënten met (verdenking op) lipoedeem.
Zowel in de diagnostische fase als in de therapiefase is herkenning en eventueel behandeling van psychosociale klachten belangrijk. Voor een samenvatting van de diagnostiek van lipoedeem zie figuur 1.
Behandeling
Het doel van het behandelen van lipoedeem is gericht op klachtenvermindering, functieverbetering en preventie van toename van het lipoedeem. Secundair zal contourverbetering kunnen optreden, maar een zekere mate van disproportionaliteit gaat niet weg. Essentiële onderdelen van de behandeling zijn gericht op factoren die het lipoedeem negatief beïnvloeden: overgewicht, spierkracht en conditie verlies, dependency oedeem, verkeerd ziekte-inzicht en afnemende lichamelijke activiteit.
De behandeling van lipoedeem kan conservatief of operatief van aard zijn of in combinatie aangeboden worden. De samenvatting van de conservatieve behandeling van lipoedeem wordt weergegeven in figuur 2. De behandeling is vooral gericht op:
voorlichting;
- het (her)ontwikkelen van een gezonde leefstijl (actieve leefstijl conform de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB), dieetmaatregelen, beweegprogramma); reactiveren, reconditioneren volgens de methode van graden activity
- het bestrijden van de overgewichtscomponent (bijvoorbeeld door het bepalen van een calorische balans)
- het stimuleren van de vaat/lymfpomp door compressie van de kuitspieren; (bijvoorbeeld met een therapeutisch elastische kous)
- het bestrijden van oedeem indien aanwezig; (vooral met compressietherapie en bewegen)
- het herkennen van psychosociale problematiek, het geven van basis psychologische hulpverlening (en zo nodig doorverwijzen).
Met name ook aspecten van belasting – belastbaarheid spelen hierbij een rol. Onder graded activity wordt een gestructureerde behandeling verstaan met een stapsgewijze toename in duur en zwaarte met als doel het niveau van functioneren te verbeteren en van klachten te verminderen. Deze therapie is vaak een onderdeel van een gedragsgeoriënteerde aanpak (‘tijdscontingent training’). Deze benadering is fundamenteel anders dan klassieke oefentherapie of conditie training.
Er zijn twee chirurgische behandeling die een plaats hebben bij de behandeling van lipoedeem, te weten liposuctie en excisiechirurgie. Het doel van een chirurgische behandeling kan zowel gericht zijn op contourverbetering, klachtenvermindering en functieverbetering. De meest toegepaste behandeling is liposuctie en deze behandeling werkt op al deze doelen. Voor liposuctie wordt de (super)tumescente lokale anesthesie techniek geadviseerd. Bij excisie chirurgie wordt vooral het herstelt de functionaliteit van de patiënt nagestreefd en vorm een onderdeel van een integrale behandeling. Chirurgie bij lipoedeem is een uiterst specialistische behandeling welke uitgevoerd wordt binnen een integraal programma met voor- en nazorg ingebed in een niet operatief programma. Om deze reden zal de behandeling slechts in een beperkt aantal centra aangeboden kunnen worden voor een selecte groep patiënten.